Als je bij de finishstraat staat van een marathon, zie je de pure emotie van deelnemers die net 42,195 km hebben gerend. De ene denkt: ‘nooit meer’, Roel Martens (46) denkt: ‘volgende week weer’. De Utrecht Marathon supported by Utrecht Science Park komend weekend zal zijn 62e worden en hij denkt nog lang niet aan stoppen.
In zijn studententijd deed Roel aan volleybal. Deze sport kostte hem te veel tijd en daarom probeerde hij maar eens het hardlopen uit. Stap voor stap werden de afstanden steeds langer en begon hij met wedstrijden mee te doen. In het begin ging het om 10 mijl of 10 kilometer, totdat de Belg in 2001 klaar was voor zijn eerste marathon. ‘Dat ging een beetje met vallen en opstaan. Het jaar ervoor had ik al geprobeerd om daarvoor te trainen, maar het lichaam was er nog niet klaar voor’, vertelt Roel. Een aantal blessures hielden hem tegen, maar een jaar na de decenniawisseling had de Marathon Rotterdam de primeur voor Roels marathoncarrière. Deze liep hij uit in 3 uur en 49 minuten. ‘Het was wel zwaar’, klinkt hij er nuchter over.
Voor velen is het een gouden regel: maximaal twee marathons per jaar. Roel doet gemiddeld mee aan zes à zeven edities per jaar. ‘Als ik zo’n drie marathons achter elkaar doe met twee à drie weken ertussen, zit ik in een hele goede conditie en dan word ik zelfs beter. Daarom doe ik er meestal drie tot vier in een korte periode. Die derde of vierde marathon in ongeveer zes weken gaat zeker niet minder dan die eerste.’ In 2006 liep hij in Venetië zijn huidige PR van 3 uur en 8 minuten. ‘Ik probeer altijd mijn best te doen en vorig jaar heb ik nog 3 uur en 20 minuten gelopen. Dat valt nog goed mee vind ik. Ik heb eigenlijk al mijn marathons tussen de 3 en 4 uur gelopen. Het is wel mijn doel om blijvend onder de 4 uur te lopen.’
Alle marathons die hij tot nu toe heeft gelopen waren binnen Europa, maar uiteindelijk wil hij ook nog buiten zijn thuiscontinent zijn hobby uitvoeren. Op het moment zit dat er nog niet in. Zodra zijn 14-jarige zoon ouder is, hoopt Roel ook aan de start te staan buiten Europa, zoals de marathon van New York. Voornamelijk loopt hij in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Ook deed hij mee aan de marathons van onder andere Barcelona, Malaga, Sevilla en Athene. Die laatste is zijn favoriet. ‘’s Nachts word je naar de plaats Marathon gebracht, waar het eigenlijk allemaal ooit begon. Vervolgens loop je naar Athene en ontkom je niet aan kippenvel als je aankomt. Ik heb altijd wel een kleine angst, maar eigenlijk is elke marathon een avontuur.’ Zo rond het 35 kilometerpunt gebeurt er altijd wel wat met hem. ‘De ene keer voel je je nog goed en geniet je van elke kilometer, maar je hebt ook marathons waar het dan een doodstrijd wordt. Toch is het dan wel mooi, want je komt jezelf tegen en dan begin je echt na te denken over je leven.’
Roel denkt allesbehalve aan stoppen. ‘Zeker niet. Als ik eenmaal de finish van een marathon bereik, voel ik mezelf mentaal zó goed. Fysiek ben ik kapot, maar de dag erna denk ik alweer aan de volgende. Twee dagen erna kan ik alweer anderhalf uur lopen. Een week erna kan ik tien kilometer alweer voluit rennen. Ik herstel heel snel eigenlijk.’ Door mensen in zijn omgeving wordt hij wel eens voor gek verklaard. ‘Vorig jaar heb ik voor het eerst twee marathons in een week gelopen en dat viel echt wel mee.’ Het verbaast Roel dat hij op zijn leeftijd nog zo fit is en zich er goed bij voelt. Op 12 mei liep hij nog de Leiden Marathon en komend weekend doet hij dus mee aan de Utrecht Marathon supported by Utrecht Science Park.
Eén keer eerder deed hij mee in Utrecht. ‘Dat was in 3 uur en 34 minuten. Ik kijk ernaar uit. Het was heel sfeervol toen in de stad. Ik ga nu met mijn vrouw en zoon overnachten de dag ervoor. Dat is altijd ook veel gezelliger. Ik dank mijn lieve vrouw dat ik van haar de vrijheid krijg om dit te doen en te blijven doen.’ Zijn vrouw overhalen om een keer mee te doen heeft geen zin, want zij is niet zo’n hardloper, maar hij heeft wel nog een tweelingbroer met dezelfde hobby. Daar loopt hij regelmatig mee samen en inmiddels staat zijn teller op ongeveer dertig marathons. Hun ouders zijn helemaal niet sportief en hij weet ook niet hoe het zover heeft kunnen komen dat zij samen op bijna honderd marathons staan. ‘Op de één of andere manier is het een verslaving geworden’, aldus Roel.